Pinot Nero

Herkomst

De Pinot Nero (pinot Noir) is een blauw druivenras met een compacte tros en druiven met een dunne schil. Het is daarom over het algemeen een druif die moeilijk te cultiveren is, want ze is gevoelig voor rot en schimmelziekten. Daarnaast heeft de Pinot Nero de neiging tot mutatie, waardoor er verschillende klonen zijn ontstaan.

De oorsprong van de Pinot Nero ligt in de Côte de Nuits in Bourgogne, waar hij al tweeduizend jaar groeit. Buiten Bourgogne blijkt het niet altijd eenvoudig om dit ras te verbouwen waardoor hij een veel geringere verspreiding kent dan bijvoorbeeld de Cabernet Sauvignon. Toch planten steeds meer wijnstreken deze druivenstok aan. In Frankrijk wordt deze druif het meest aangeplant. De Bourgogne is nog steeds het belangrijkste gebied, maar in de Champagne is de druif in kwantiteit meer aangeplant.

De druif rijpt tamelijk vroeg. Daarom gedijt de druif het best in streken met een getemperd klimaat, waar het groeiseizoen langer is en dus de aromavorming in de vruchten wordt bevorderd. Haar favoriete grond is kalksteen, al dan niet vermengd met ijzerhoudende klei.

Ook in Noord-Italië (oa. Lombardije) komt deze druif veel voor.

Herkenbare aroma's

Rode wijnen van Pinot Nero hebben gewoonlijk een licht-rode kleur. Ook kenmerkend is de geraffineerde smaak die de wijn vanaf zijn jeugd al heel toegankelijk maakt. Ondanks die souplesse kunnen de betere Pinot Nero - wijnen een lange rijping ondergaan. De druif wordt ook gebruikt voor mousserende wijn zoals Franciacorta.

Wijnen

Pinot Nero wordt vaak in Franciacorta gebruikt. Maar ook andere wijnen in Lombardije worden met deze druif gemaakt.

 

Klik hier om de wijnen te zien uit onze selectie op basis van de Pinot Nero druif.