Prosecco is de bekendste Italiaanse schuimwijn. Het hart van de Prosecco ligt in Veneto, specifiek in de heuvels van Conegliano-Valdobbiaden, zo'n 50 km. ten noorden van Venetië. De Prosecco wijnstok werd tweehonderd jaar geleden al gekweekt op deze heuvels.
Sinds het begin van de negentiende eeuw is onderzoek naar het druivenras Prosecco sterk toegenomen. De precieze oorsprong van dit ras is enigszins een mysterie, maar sommige beweren dat het in feite al bekend was als de 'Pucino' in de tijd van het Romeinse Rijk. Keizerin Livia was vooral dol op de wijn van deze druif. Zeker is dat al gedurende ten minste twee eeuwen de heuvels van Conegliano-Valdobbiadene een ideale omgeving zijn voor de teelt van Prosecco. Prosecco is echter ook de naam van het dorpje dicht bij Triëste, de andere kant van de Noordelijke Adriatische baai. De DOC Triëste is er dan ook vooral door de aanwezigheid van het dorpje en niet voor zijn kwaliteit.
Prosecco is een schuimwijn met een tweede fermentatie in een gesloten tank (methode charmat), en dus niet op fles. Dat verklaart in zekere mate ook de relatieve lagere prijs. Soms kan er een re-fermantatie gebeuren op fles, maar dat is uitzonderlijk.
Tot 2009 hadden we een overeenstemming in naam tussen wijn en hoofddruif. De officiële naam van de druif is sinds 2009 terug Glera, en hangt samen met de verkregen DOCG status. We hebben het doorgaans dan over de meest voorkomende Glera-variant Glera Tonda waar er voor minimum 85% in moet zitten, al dan niet aangevuld met andere inheemse of internationale druiven (ook de Pinot en Chardonnay worden gebruikt, maar in praktijk gebeurt dit weinig.). Wijnmakers die streven naar de authentieke smaken gebruiken echter de andere typische prosecco-druiven Verdiso, Perera, Bianchetta en het meer zeldzame Glera Lunga.
Aan prosecco is pas in 2009 de DOCG status toegekend. Op hetzelfde moment is een DOC gecreëerd voor prosecco die wordt gemaakt in vijf provincies van Veneto en vier van Friuli. De DOCG-status is een beloning voor een jarenlange toewijding aan kwaliteit van de wijnbouwers uit de Conegliano-Valdobbiadene regio, waar de steile heuvels en het klimaat de perfecte randvoorwaarden bieden voor het verbouwen van de Glera druif. (In Conegliano bevindt zich trouwens de oudste wijnuniversiteit van Italië!) Naast de eis dat DOCG prosecco uit het Conegliano-Valdobbiadene gebied moet komen, zijn er ook strenge eisen ten aanzien van de maximale opbrengst die het land mag opleveren (minder opbrengst betekent rijkere, gezondere druiven) en het maximaal aantal liters most dat per kilo mag worden geperst (de eerste, zachte persing levert de meest verfijnde most op).
De productie van Prosecco DOCG omvat het grondgebied van 15 gemeenten en heeft een oppervlakte van ongeveer 18.000 hectare (ca. 45.000 ha) bouwland. De wijnstokken worden alleen geteeld op de op het zuiden gerichte hellingen van de heuvels, op een hoogte van 50 tot 500 meter boven zeeniveau. De noord-gerichte hellingen zijn vaak bedekt met bossen. Er zijn momenteel meer dan 6.000 hectare geregistreerd als DOCG. Van deze hectaren behoren er 106 tot het Superiore di Cartizze die jaarlijks meer dan een miljoen flessen van de hoogst aangeschreven mousserende wijn produceert. De steile hellingen van de heuvels maken het moeilijk de werkzaamheden te mechaniseren, en het beheer van wijngaarden is bijna altijd in de handen van kleine telers. Alleen in de buurt van Conegliano vindt men een paar van de grotere producenten. Slechts 10% van de producenten hebben ook zelf de wijngaarden in eigen beheer.
De vijftien gemeentes die binnen de DOCG appellatie vallen zijn Conegliano, Susegana, San Vendemiano, Colle Umberto, Vittorio Veneto, Cison Valmarino, San Pietro di Feletto, Refrontolo, Pieve di Soligo, Farra di Soligo, Miane, Vidor, Tarzo, Follina én Valdobbiadene.
Stijgende populariteit van Prosecco!
Prosecco wint nog steeds aan populariteit. Vooral ten opzichte van Cava, en in mindere mate aan de duurdere schuimwijnen. Net zoals bij Cave vind je cava’s in verschillende prijsklasse’s, dus ook in verschillende kwaliteiten. Het is dan ook niet eenvoudig als doorsnee consument op basis van de info op het etiket een minimale kwaliteitsgarantie te beoordelen.
Door de populariteit van Prosecco en de toekenning van de DOCG-status is er een verruiming van het DOC-gebied doorgevoerd tot quasi héél Veneto, met ook de vlakke gedeeltes, alsook een aantal provincies in Friuli. Op zich hoeft een DOC label niet minderwaardig te zijn (vb. Barbera d’Alba), maar bij Prosecco moeten we rekening houden dat veel van de typische Prosecco-kenmerken komen van het terroir van de heuvels rond Conegliano-Valdobbiadene en de specifieke kalkrijke ondergrond.
De Rive's van Conegliano-Valdobbiadene!
Binnen de Conegliano-Valdobbiadene streek worden er verschillende wijngaarden als ‘Rive’ gedefinieerd, vergelijkbaar met de ‘Premier Cru’ benamingen in Franrijk. Een Rive is een wijngaard die meestal op een steile heuvel ligt met uitstekende zonligging met grote temperatuurs-verschillen tussen dag en nacht. Enkel Prosecco uitsluitend gemaakt van druiven binnen één Rive mogen de benaming ‘Rive di ... ’ meekrijgen. De maximale opbrengst binnen de Rive’s bedraagt trouwens nog minder dan de reguliere DOCG wijngaarden.
Binnen de DOCG-appellatie zijn er 43 rives.
De hoogste Rive binnen Prosecco is Cartizze, en geeft zijn naam aan deze cuvée, Superiore di Cartizze. Cartizze wordt aanzien als dé optimale plek om de Glera-druif te verbouwen. De Cartizze is doorgaans ‘Dry’, de zoetste variant dus, waardoor de fruitige aroma’s nog sterker naar voren komen. De beperkte opbrengst beïnvloedt ook zijn prijs. Voor de Belgische consument zal hij als aperitief doorgaans als te zoet worden bevonden.
In België is de Brut wellicht het meest populair. Ook al is de smaak van de Glera totaal verschillend dan bv. de Chardonnay, toch komt ze het dichtst in de buurt bij de internationale schuimwijn-smaak. De extra-dry, met een suikergehalte van 12 tot 17g. per liter, kan echter bekoren door zijn fruitigheid. Ze meer aanzien als de traditionele Prosecco-smaak, en het klopt dat typische smaak elementen beter bij de Extra-Dry tot zijn recht komen.