Riesling

Herkomst

De Riesling druif is na de Sauvignon en de Chardonnay de nummer 3 van de witte druiven. Er bestaan meerdere versies over de herkomst van de Riesling, maar iedereen is het erover eens dat de Rijnvallei de bakermat is. Zijn naam is afgeleid van het Duitse woord ‘rieseln’, dat zoveel als 'druppelen' betekent. In de naburige (Franse) Elzas maakte de Riesling aan het eind van de 15e eeuw zijn intrede, maar pas eeuwen later nam de plaatselijke aanplant een hoge vlucht. Men vermoedt dat de Riesling een afstammeling is van de Heunisch-druif en een Traminer variant. Ondertussen is de Riesling nog meer verspreid en vinden we hem ook terug in Noord-Italië. Hij gedijt goed in koele klimaten en hij voelt zich thuis op lichte terroirs met kalk-, klei- en steenachtige bodems met een goede drainage. De Riesling druif is pas laat rijp, meestal pas eind september of begin oktober. Hij zal dan een goudgele kleur hebben met wat kleine spikkeltjes op de schil.

Herkenbare aroma's

Riesling neemt de kenmerken over van het terroir waar hij groeit. Zo zal een leisteen bodem een rokerig smaakje geven. Andere bodems zullen vooral mineraal, staal, teer, aards, bloemig of iets gekruid smaken. Algemene kenmerkende aroma's zijn perzik en appel, citrusfruit, pompelmoes, ananas en passievrucht, munt en muskaat. Rijpere Rieslings geuren naar overrijpe ananas en petroleum. Jongere Rieslings naar vers hooi, viooltjes, roos en wit steenfruit.

Wijnen

De riesling is geschikt voor de productie van droge en elegante wijnen. Haar wereldbekendheid is echter te danken aan de zoete wijnen die deze druivensoort voort kan brengen. De Rieslingdruif kan ook voor grote wijnen gebruikt worden die lang houdbaar zijn. Vergisten en rijpen in roestvrije tanks laat Riesling zijn fris en fruitig karakter behouden. Kristalhelder fruit en smetteloos zuivere wijnen zijn het resultaat.

Klik hier om de wijnen te zien uit onze selectie op basis van de Riesling druif.