De toekomst van Nebbiolo?

Meer en meer ligt de toekomst van Nebbiolo in de hoger gelegen gebieden van Alto Piemonte en Lombardije, meer specifiek de hellingen van Valtellina waar de Nebbiolo de plaatselijk benaming Chiavennasca is. Barolo en Barbaresco blijven de referentie voor deze top-druif, maar andere regio’s eisen meer en meer hun plaats op. Deze regio’s winnen dan ook zienderogen aan populariteit. De opwarming van de aarde heeft hier een directe link gezien de invloed van de alpine frisheid.

Nebbiolo-wijnen afkomstig van de wijngaarden van Alto Piemonte (400-500 m) en deze van Valtellina (600-700 m) bevatten steeds een hoge zuurtegraad (zelfs in warmere wijnjaren). Een potentieel voordeel voor de toekomst.

De groeiende interesse van Langhe-producenten in de hoger gelegen wijngaarden van Alto Piemonte en Valtellina is een logisch gevolg. De meest recente nieuwkomer in Gattinara Domein Paitin waar ik met warme gevoelens terugkijk sinds onze eerste samenwerking in 2014, en in bijzonder de ontmoetingen met Giovanni. Deze barbaresco-producent uit Neive is onlangs een langdurige 'samenwerking' aangegaan met het historische Bianchi-landgoed dat in 1785 in Sizzano werd gesticht. Luca Pasquero-Elia van Paitin heeft reeds eerder bevestigd dat deze keuze werd ingegeven door de klimaatverandering.

Zijn er op het eerste zicht essentiële verschillen? Welke expressies van de Nebbiolo komen tot uiting komt in Valtellina, waar de bodems doorgaans uit kwarts en porfier bestaan, en Alto Piemonte met voornamelijk bodems van graniet, vulkanisch zand en gesteente? Dit vergeleken met de expressies van de traditionele wijnen uit de Langhe waar de bodems vooral zijn gevormd door kalkrijke klei.

De zwaardere bodems van de Langhe zorgen voor een complexe structuur van Barolo en Barbaresco waardoor een lange flesrijping mogelijk aangewezen is. De wijnen van Alto Piemonte of Valtellina zijn vaak toegankelijker zijn als ze jong zijn. Ze hebben ook een 1-2% lager alcoholpercentage (als resultaat van een koeler micro-klimaat).

Nebbiolo is de gemeenschappelijke factor van deze verschillende appellaties uit Alto Piemonte en Valtellina, ook al vereisen sommige van de kleine Alto Piemonte appellaties de toevoeging van andere autochtone druiven, zoals decVespolina en Uva Rara. (Als producenten een 100% Nebbiolo bottelen, vallen deze onder de DOC Colline Novaresi Nebbiolo).

Een overzicht van de verschillende relevante appellaties :

  • Bramaterra : 50–80% Spanna (Nebbiolo), max 30% Croatina, max 20% Uva Rara en/of Vespolina.
  • Carema : 85–100% Nebbiolo, balance from any other red grapes permitted in the region of Piemonte.
  • Fara : 50–70% Spanna (Nebbiolo), 30–50% Vespolina en/of Uva Rara (ook gekend als Bonarda Novarese), tot 10% andere rode druif toegestaan in Piemonte.
  • Gattinara : 90–100% Spanna (Nebbiolo), blend met Vespolina en/of Uva Rara.
  • Sizzano : 50–70% Spanna (Nebbiolo), 30–50% Vespolina en/of Uva Rara (ook gekend als Bonarda Novarese), tot 10% andere rode druif toegestaan in Piemonte.
  • Valtellina Rosso : min 90% Chiavennasca (Nebbiolo),  blend met een andere rode variëteit uit de regio Lombardia. Minimum 6 maanden rijping (niet  gespecifieerd).
  • Valtellina Superiore : min 90% Chiavennasca (Nebbiolo), blend met een andere rode variëteit uit de regio Lombardia. Minimum 24 maanden rijping, waarvan 12 maanden op eik. Subzones: Maroggia, Sassella, Grumello, Inferno, Valgella.

Lees ook "Nebbiolo haalt nieuwe pieken in de alpenwijngaarden van Valtellina!"


Michel Thysen
Michel Thysen

Author